Bij liberalisme moeten we onderscheid maken tussen drie betekenissen
van het woord:
- Liberalisme in de betekenis van progressief, vooruitstrevend, - liberaal
in de betekenis ruimhartig, tolerant en - liberalisme in engere zin, de
sociaal-politieke beweging in de traditie van het humanisme.
- De betekenis van progressief, vooruitstrevend heeft het liberalisme
te danken aan de historische omstandigheid dat de opkomst van het liberalisme
in de 18e eeuw (Hobbes en Locke) samenviel met het ter discussie stellen
van de macht van de vorst (Engeland) en het pleiten voor een democratie
(gekozen vertegenwoordigers die een machtsdeling aangaan met de vorst).
- Liberaal in de betekenis van tolerant is te danken aan de omstandigheid
dat het klassieke liberalisme pleitte voor de scheiding tussen kerk en
staat. M.a.w. dat religieuze opvattingen er niet toe zouden moeten doen
in het oplossen van praktische problemen die met de staat te maken hebben.
In de woorden van Jefferson: 'Mij deert het niet of mijn buurman nu in
één of in twintig goden gelooft.'
In Nederland kennen we een aantal politieke figuren die zich in deze
algemene betekenissen al dan niet terecht liberalen noemen. Wij kennen
echter nauwelijks bijdragen aan de theorievorming van het liberalisme.
Het liberalisme in engere zin is een verzameling sociaal-politieke denkbeelden
die vooral in de westerse wereld een aantal politieke stromingen en partijen
heeft beïnvloed.